Burgerbelangen Amstelveen (bbA) vindt dat bij de nieuwbouw aan de Haagbeuklaan te weinig parkeerruimte is ingepland en dat dit tot overlast gaat leiden van de buurt.
BbA constateert dat in de startnotitie Haagbeuklaan het College de parkeernorm voor de 34 appartementen in het middensegment heeft verlaagd, dat een deel van de auto’s buiten de parkeergarage moeten worden geparkeerd en dat een groot deel van het trottoir gehalveerd moet worden voor het aanleggen van zes parkeerplaatsen.
Voorts stelt bbA vast dat een echte oplossing voor de mobiliteitsdruk niet is opgenomen in de startnotitie. De partij is van mening dat bij hoogbouw het mobiliteitsvraagstuk niet tot overlast mag leiden in de wijk.
Voorts wil bbA dat voor hoogbouwplannen de parkeernormen blijven gelden zoals die zijn opgenomen in de Amstelveense parkeernota 2016.
Die normen zijn:
- Woningen tot 100 vierkante meter 1,4 parkeerplaats per woning
- Woningen van 100-140 vierkante meter 1,7 plaats per woning
- Woningen vanaf 140 vierkante meter 2 parkeerplaatsen per woning.
Bij het afwijken van deze norm moet volgens bbA de ontwikkelaar/eigenaar deelmobiliteit duurzaam aanbieden zoals elektrische auto’s, scooters of fietsen e.d. In het kader van verschillende opgaven die gemeenten en Rijk ondertekenen ten aanzien van mobiliteitsvraagstuk en verduurzaming van de stedelijke omgeving is namelijk op 5 februari 2018 de CityDeal Elektrische Deelmobiliteit in Stedelijke ontwikkeling ondertekend. En Amstelveen is een van de ondertekenaars
Namens BbA zal daarom Jacqueline Solleveld een amendement op het Collegevoorstel indienen waarin zij vraagt aan de tekst o.a. toe te voegen:
“De normen zijn inclusief een aandeel in bezoekers – parkeren van 0,3 parkeerplaats per woning. Bij het realiseren van het totaal aan parkeerplaatsen dient er rekening mee gehouden te worden, dat dit aandeel bezoekers parkeren ook werkelijk toegankelijk is voor bezoekers.
en
“De gemeente streeft er daarom naar om ook bij realisatie van dit plan afspraken te maken met de ontwikkelaar/eigenaar om deelmobiliteit duurzaam aan te bieden’’.