Een oorlogsoverweging

In de eerste week van mei heb ik zo mijn oorlogsoverwegingen. Films, documentaires en herdenkingen op TV helpen daar een handje aan mee. Steeds komt dan bij mij de vraag naar boven hoe een oorlog, soms klunzig en op fietsen, zo wreed heeft kunnen zijn. Een paar weken geleden verscheen in De Volkskrant een serie over Willem van der Neut, gevreesd SS-bewaker van kamp Amersfoort. De beul van Amersfoort werd hij genoemd. De publicatie volgde eigenlijk zijn zoon: Fokko Dettmer, die na lange tijd eens de brieven ging lezen, die zijn vader vanuit dat kamp had geschreven. Dettmer verbaasde zich erover hoe het mogelijk was dat Van der Neut zoveel liefs in brieven aan zijn geliefde Erica schreef, terwijl hij “in zijn werk” de gevangenen, en speciaal de Joden, onnodig wreed martelde en ook hun executies uitvoerde.
Bij het lezen van de wreedheden in het kamp Amersfoort dacht ik bij aflevering 2 (van de 6) ineens: Amersfoort, heeft daar mijn vader ook niet gezeten? Vader was in augustus samen met de veel oudere buurman Timmer opgepakt wegens het onderdak bieden aan respectievelijk 6 en 5 Joodse medeburgers. Ik wist van de gevangenis aan de Havenstraat en van het kamp in Zwolle. Van daaruit kwam hij ineens terug naar huis. Na de oorlog vertelde hij weinig over zijn belevenissen. Nu ik de gruwelijkheden heb gelezen begrijp ik waarom.

Kamp Amersfoort

In de week van de publicaties (17-23 april) kwam mijn zeven jaar oudere schoonzus Loes op visite en ik vroeg haar of zij wist of vader in Amersfoort had gezeten. Ja zeker, zei ze. Ze had de serie ook gelezen en wij beiden realiseerden ons toen wat vader daar had doorgemaakt. Ik wilde meer weten en belde mijn zuster in de USA. Zij is ruim 5 jaar ouder dan ik. Ik weet dat de Tweede Wereldoorlog voor haar verder weg is dan voor ons in Nederland, maar dat ze zich soms toch bijzondere details herinnert, als daar naar wordt gevraagd.
Ik trof haar in een heldere bui aan. “Ja”, zei ze, “we weten dat hij het daar heel zwaar heeft gehad. Ook al omdat hij buurman Timmer wilde beschermen. Timmer was veel ouder en hij kon het werk dat ze moesten doen niet uitvoeren. Ik denk dat vader een deel voor hem heeft gedaan.”
Ik vroeg: “Weet jij hoe ze dan in Zwolle terecht zijn gekomen?” Ze vertelde dat de gevangenen op transport waren gezet, maar dat er plotseling een treinstaking uitbrak, de machinist in de buurt van Zwolle de trein stopte en er vandoor ging. De Duitsers hebben toen alle gevangenen naar Zwolle gebracht, waar ze een soort legerkamp hadden.

Andere wending

Vanaf hier krijgt het verhaal in onze familie uiteenlopende lezingen. In Zwolle woonde een ver familielid van mijn moeder: een zwager van haar jongste zus.
Over hem werd met enige schroom in onze familie gesproken. Dat was omdat men niet wist of zijn handel wel helemaal zuiver was. Hij beheerde samen met zijn broer de tabaksfabriek B. & V. in Zwolle. Tabak was in de oorlog een zeer gewild artikel. Het is aannemelijk te vermoeden dat hij al of niet gedwongen de Duitsers in het legerkamp voorzag van tabak en daardoor ook de kampcommandant kende. Met dat in het hoofd zagen mijn moeder en haar jongste zus dat hier een goede kans lag om zwager B. zo ver te krijgen dat hij bij de bij de kampcommandant een goed woordje te doen voor mijn vader. Mijn zus en schoonzus hebben hierover dezelfde lezing. Nadat zwager B. enkele dozen goede sigaren bij de kampleiding had afgeleverd, kreeg mijn vader de mededeling dat hij zich ziek moest houden en koorts moest veinzen door de thermometer stevig op te wrijven tot boven de 39. Dat lukte. Vader kreeg lichte dienst in de keuken van het legerkamp. Een paar weken later in maart 1945 stond hij ineens voor onze deur in het Clevepark. Overigens Timmer was al eerder vrijgelaten.
Inmiddels hadden we al nieuwe onderduikers. Ditmaal geen Joden, maar twee mensen van de Spoorwegen. Immers na de staking werden die ook door de Duitsers vervolgd. Mijn zus had daarvoor de volgende verklaring: “Moeder redeneerde, dat de Duitsers ons huis niet zouden verdenken omdat ze het al leeggehaald hadden en de heer des huizes was opgepakt.”

Een tientje

Mijn vader ging na thuiskomst in de ondergrondse, in het clubje van Deken Boekhorst van de Augustinuskerk, uitgerekend de man, die mijn moeder verfoeide. Toen zij zich namelijk tot hem wendde voor hulp, na het oppakken van vader, gaf hij haar een tientje. Mijn moeder, die ineens met drie kinderen zonder inkomsten zat, vond dat een belediging. Volgens mijn zus werden die twee spoorwegmensen dan ook in huis genomen, omdat ervoor werd betaald. Salo Muller, de man die de NS dwong tot herstelbetalingen, heeft me eens verteld dat aan mensen die een Jood onderdak boden 50 gulden per maand werd betaald.
Toen mijn broer Henk in 1953 in militaire dienst was, leerde hij daar ene Albert Pesman kennen. Zij raakten bevriend. Pesman emigreerde na zijn diensttijd naar Australië. Hij nodigde mijn broer uit eens langs te komen. Daar gingen hij en zijn vrouw op in omdat een trip door dat werelddeel toch al op hun verlanglijstje stond. Een nichtje uit de familie B. bracht mijn broer vervolgens in contact met de zoon van zwager B, Bob geheten.
De verhalen over het verre familielid B. waren in de familie in verschillende varianten wel bekend en mijn broer vroeg zich af hoe zijn zoon Bob er mee omging. Zwager B had in 1952 de tabaksfabriek de fabriek gelaten en was naar Australië geëmigreerd. In de familie van B werd als reden voor het vertrek naar Australië een conflict met de belasting genoemd. Mijn broer voelde dat de houding van B. in de oorlog voor diens zoon Bob moeilijk was. Dat vond hij oneerlijk. Kinderen zijn niet verantwoordelijk voor het gedrag van hun ouders. Daarom zocht hij hem ook op om hem het Suer – verhaal te vertellen. Mijn broer heeft hem toen laten weten, dat z’n vader misschien verkeerde dingen had gedaan, maar er in ieder geval voor had gezorgd dat onze vader kon ontsnappen en hij daarmee in feite ons gezin had gered. Die mededeling maakte Bob blij en opgelucht. Hij werd er bijna een ander mens van.

Voordat hij in 1986 het bedrijfsleven in ging was Frits Suer 25 jaar sportjournalist met uiteraard een onafhankelijke mening. Ook in zijn nieuwe functies in o.a. het bedrijfsleven bleef hij een onafhankelijke geest en dus nu ook als bestuurslid van bbA. Die onafhankelijkheid betekent automatisch dat zijn mening in zijn columns niet altijd de mening hoeft te zijn van de bbA – fractie

Meer over:

Word donateur