Op woensdag 4 augustus was het 25 jaar geleden dat het Nederlands heren volleybalteam goud won op de Olympische Spelen van 1996. Een gebeurtenis die door de kijkers van Studio Sport als het belangrijkste sportmoment van de eeuw werd gekozen. Precies 25 jaar na dit bijzondere sportmoment kwam dat gouden team, onder leiding van trainer Joop Alberda, weer bijeen in het nationale sportcentrum Papendal, om de presentatie van het boek van Ron Zwerver bij te wonen en uiteraard dat boek ook in ontvangst te nemen. Ik was er ook bij en heb het boek meteen gelezen.
Een boek, zo vertelde Ron Zwerver, geschreven in de Coronatijd, min of meer uit verveling. In het boek veel Amstelveen, veel Bankrashal en veel Bankrasmodel, allemaal uit Zwervers mond opgetekend door de voormalige NRC-journalist Hans Klippus. Het boek, met de titel “Eeuwig goud; Het verhaal over de olympische titel en het leven erna.”, is de moeite van het lezen waard, alleen al om te zien welke offers er nodig zijn om een ideaal te verwezenlijken. Zwerver wordt samen met Avital Selinger gezien als grote drager van het zogenaamde Bankrasmodel, dat in 1985 ontstond toen een groep talentvolle volleyballers van Brother/Martinus besloot om van hun hobby hun beroep te maken, door dagelijks vier tot vijf uur te gaan trainen, met als doel: de Olympische Spelen en vervolgens goud. Dit alles werd in eerste aanleg gefinancierd door sponsor Brother International uit Amstelveen.
Landmark
Dit lezende schoot me het voorstel te binnen, dat de VVD in de laatste raadsvergadering lanceerde voor een landmark, waarmee Amstelveen op de kaart kan worden gezet. Als er iets is geweest dat Amstelveen op de kaart heeft gezet, dan was het wel die weg naar Olympisch goud onder de titel: ‘Bankrasmodel’. Alleen heeft Amstelveen nooit willen inzien dat in de Bankrashal een concept werd geboren, dat de hele Nederlandse topsport op zijn kop zou zetten. Men meende dat topsport alleen met succes kan worden bedreven als het als dagtaak wordt gezien. Meer dan dat zelfs.
In die tijd werd het Amstelveense ‘experiment’ ook door de hele internationale volleybalwereld gadegeslagen. Nederland groeide uit tot een van de beste volleyballanden ter wereld. In het topvolleybal wordt veel gereisd en het gebeurde niet zelden dat ploegen, als Brazilië, Japan, Korea, China en de USA, een ‘stop over’ op Schiphol gebruikten voor een trainingspartijtje met het Nederlandse team of met Martinus. Soms hadden zij begeleiders, die later in de politiek of in de sport een grote naam opbouwden als bestuurder, zoals Jizhong Wei uit China (later organisator van de Spelen, vicevoorzitter IOC en lid van de Chinese Senaat), of Carlos Nuzman uit Brazilië (organisator van de Spelen in Rio), of Dough Beal, de grondlegger van het Amerikaanse topvolleybal. Soms werden we vanaf Schiphol gebeld met de vraag of ze vanavond in de Bankrashal een partijtje konden spelen. De helaas overleden zaalbeheerder Paul van Rijn had er wel eens schoon genoeg van en gaf daarom maar een set sleutels van de hal aan een van de spelers.
Laag plafond
Eén ding was bij al die buitenlanders hetzelfde, zodra ze de Bankrashal binnenstapten keken ze met ongeloof omhoog. Thuis waren ze hallen van 11 tot 16 meter hoogte gewend en hier was het maar zeven meter. Is dit nu de beroemde Bankrashal hebben ze me vaak gevraagd? Trainen jullie hier echt? Sterker, niet alleen trainen, maar ook wedstrijden spelen tot en met de Europacup toe. Zelfs sponsors uit andere landen, die kwamen kijken in de hoop hier het geheim van het succes van het Bankrasmodel te ontdekken, vroegen zich vol ongeloof af of het hier wel echt gebeurde. Niet de hoogte was het geheim, maar de verende vloer. Overigens, later werd een minimale hoogte voor internationale wedstrijden van 11 meter verplicht en voor toernooien 16 meter. En dan had men nog niet eens het zaaltje Zonnestein gezien, waar Arie Selinger op de zaterdagen vóór de wedstrijd de groep licht trainde, op een harde vloer. Maar daar was vooral het bij-elkaar-zijn belangrijk, ter voorbereiding op een wedstrijd.
De Amstelveense politiek had hier nauwelijks interesse voor. Van de wethouders kwam wel Henk Maten regelmatig binnenlopen en later Joss Tabak. Toen we het topvolleybal met de dames voortzetten en Europacupwedstrijden in de Emergohal steevast zo’n 1500 toeschouwers of meer trokken, kwam ook de toenmalige wethouder van financiën Paul Requin eens kijken. Hij moest een grote bezuinigingsoperatie uitvoeren, althans dat vond hijzelf. De sport kwam er niet zonder kleerscheuren af. Niet gehinderd door kennis van zaken moest hij, na een bezoek aan de Europacupwedstrijd van de dames van DELA/Martinus tegen de Russische kampioen Odinstsovo, toegeven: “Ik heb nooit geweten dat hier zoveel mensen op af komen.” Lekker dan, dacht ik, alhoewel ik begrijp dat het voor de politiek moeilijk is een bepaalde club financieel te ondersteunen. Maar met een beetje fantasie kan je ontwikkelingen wel een ‘boost’ geven. Helaas is de Amstelveense politiek daar nooit sterk in geweest. Alleen Joss Tabak wist manieren te bedenken om de Europacupwedstrijden van DELA/Martinus in de Emergohal te laten spelen.
Amstelveen, 23 augustus 2021
Voetpaadjes
P.S. Toch werd ik een paar dagen geleden heel blij toen ik zag dat de voetpaadjes langs de Amstel, waar mogelijk, zijn verbreed. Mijn column en de bbA-fiets- en wandelpadenrapporten blijken bij de gemeentelijke top aan te slaan. Wandelen langs de Amstel is een beetje veiliger geworden. Je kan nu min of meer op die paadjes wandelen. Niet met rolstoelen of rollators, daar is gewoon te weinig ruimte voor. Die moeten op de gewone trottoirs blijven. Hoewel, daar dreigen nieuwe hindernissen: de lukraak achtergelaten huurscooters en -fietsen. Soms op de meest ongelegen doorgangen, waardoor rollatorgebruikers en rolstoelers een flinke omweg moeten maken. Zo blijven we aan de gang. Gewoon verbieden. De door de huidige politiek verheerlijkte eigen verantwoordelijkheid is niet aan de Nederlander besteed. Te weinig discipline. Wie vindt daar wat op?
Voordat hij in 1986 overstapte naar het bedrijfsleven was Frits Suer 25 jaar sportjournalist met een onafhankelijke mening. Ook in zijn nieuwe functies in o.a. de sport en het bedrijfsleven bleef hij een onafhankelijke geest e dat is ook als bestuurslid van bbA zo gebleven. Die onafhankelijkheid betekent dat zijn mening in zijn columns niet altijd de mening hoeft te zijn van de bbA – fractie.
