Maak van problemen bij het Cobra een open debat

Het is zeker een jaar of zes geleden, dat ik Ernst Jan Wilhelmis, toen redacteur bij het lokale TV Station RTVA, tipte dat het Cobra Museum een commercial had uitgebracht voor de nationale TV zenders. Ik meen om de tentoonstelling van de Belg Pierre Alechinsky onder de aandacht van een breed publiek te brengen. RTVA was ook op zoek naar commercials als inkomstenbron. Maar – vertelde Wilhelmis mij – de directie van het Cobra Museum vond het adverteren op RTVA niet passen bij het niveau dat het Museum met deze tentoonstelling voorstond.
Ik snapte dat wel een beetje. Als sponsormanager bij Nationale-Nederlanden had ik vaak om dezelfde reden verzoeken van lokale sportclubs afgewezen. En als we er niet onderuit konden bracht ik een van de lokale verzekeringskantoren waar we zaken mee deden, of waarvan Nationale-Nederlanden eigenaar was, in stelling om de plaatselijke sportvereniging behulpzaam te zijn. Maar een reclamebord van Nationale-Nederlanden was uitgesloten. Wel droegen we geheel of gedeeltelijk bij aan de kosten van het reclamebord met de naam van het lokale verzekeringskantoor. NN deed alleen zaken op landelijk en internationaal niveau, passend bij een schatrijk bedrijf met toen nog 23.000 werknemers. Best een lange loonlijst.

Subsidie

Maar Cobra was toen al afhankelijk van een langlopende subsidie van Amstelveen ten bedrage van één miljoen per jaar. Wetende dat die afspraak eens afloopt, zou ik wel wat beter mijn best hebben gedaan om een plaats te veroveren in de lokale samenleving, ook al komen de bezoekers voor de grote tentoonstellingen uit alle hoeken van het land en zelfs uit het buitenland. Zo kwam de Belgische koningin Mathilde een dagje over, om samen met koningin Maxima de tentoonstelling van Alechinsky te bekijken. De arrogantie van het Cobra Museum is er naar mijn idee de oorzaak van dat het Museum de harten van de Amstelveners nog niet echt heeft veroverd. Ook al hield de gemeente er diverse grote recepties en werd er zelfs eenmaal de jaarlijkse sportverkiezingen gehouden.
Amstelveen heeft een speciale band met het Cobra. Dat komt omdat het indertijd gebouwd kon worden dankzij de niet aflatende inzet van de toenmalige cultuurwethouder Piet van den Heuvel. In een felle concurrentiestrijd bleef hij de Belgische stad Luik net voor. De Waalse hoofdstad wilde ook de collectie van de Cobra-beweging huisvesten. Dat was immers de belangrijkste cultuurstroming van na de oorlog in West Europa.

Karel Appel

Al veel eerder had Karel Appel Amstelveen kennis laten maken met zijn werk. Hij zocht huisvesting voor zijn moeder, omdat hij steeds vaker naar het buitenland ging en dan niet voor haar kon zorgen. In Amsterdam kon zij niet terecht. Daarom benaderde Appel het gemeentebestuur. In de jaren ’70 was er nog wel ruimte en zo kreeg Appels moeder onderdak in Amstelveen. Als dank schonk Appel de gemeente twee schilderijen bestemd voor het raadhuis. Ze hebben lang in en om de raadzaal gehangen. Alleen de laatste jaren zag ik ze niet meer. Het zal toch niet zo zijn, dat voormalig burgemeester Miriam van ’t Veld dacht dat het een werk was van haar voorganger Jan van Zanen? Immers toen zij als Van Zanens opvolger aantrad, nam ze niet alleen haar eigen assistent mee, maar liet zo ongeveer alles wat aan Jan van Zanen deed denken uit het raadhuis verwijderen. Ik heb begrepen dat beide kunstwerken zijn teruggevonden in het depot van het Cobra Museum.
Nu is het Museum technisch failliet, zoals blijkt uit een verslag van een bijeenkomst van de Amstelveense Adviesraad voor de Kunst en een door twee gemeentelijke ambtenaren opgesteld Conceptplan van Aanpak Toekomst Cobra Museum. De interim directeur Stefan van Raay ontkende dat op RTVA glashard. Hij had wel het conceptplan van aanpak gelezen en daarin staat toch duidelijk dat ‘technisch failliet’ betekent dat men op weg is naar een faillissement. De huidige wethouder cultuur Herbert Raat zal zich, gelet op de historie, niet kunnen veroorloven het museum failliet te laten gaan en zal met zijn coalitiepartners wel iets bedenken om de problemen op te lossen. Ho, ho, zegt bbA-fractievoorzitter Ruud Kootker, dat gaat zo maar niet, dat kost duiten (oude slogan van Bio vakantieoord).

Voortbestaan

BbA vindt het voortbestaan van het Museum wel belangrijk, maar pas nadat in de gemeenteraad is besproken of dit niet een goed moment is om alle museumactiviteiten eens onder de loep te nemen. Is die jaarlijkse 1,2 miljoen, die het museum vraagt, wel terecht? Is de belangstelling voor de Cobra-stroming niet tanende, is het gebouw nog wel van deze tijd? Is dit niet het moment om de hele cultuursector te vernieuwen. Allemaal vragen waarvan ik nu al weet dat ze niet echt beantwoord gaan worden.
VVD, D’66 en PvdA bedisselen als coalitie het liefst onder elkaar hoe en met welke trucs het Cobra gered kan worden. Ik zeg: waarom op die manier? Maak er een open debat van. Trouwens: het behoort tot de controlerende taak van een gemeenteraad. Maak een nieuwe start en betrek de Amstelveners er bij. Zij betalen immers via belastinggeld mee aan het Cobra; ongeveer een tientje per persoon. Daarom vind ik dat er nu voor het Gemeentebestuur en het Cobra Museum een unieke kans ligt om, met een nieuwe start en nieuw beleid, een plaats te veroveren in de harten van alle Amstelveners en zich niet alleen te richten op de bezoeker van ver. En dat alles in alle openheid, ook wat betreft de financiering.

Voordat hij in 1986 het bedrijfsleven in ging was Frits Suer 25 jaar sportjournalist met uiteraard een onafhankelijke mening. Ook in zijn nieuwe functies in o.a. het bedrijfsleven bleef hij een onafhankelijke geest en dus nu ook als bestuurslid van bbA. Die onafhankelijkheid betekent automatisch dat zijn mening in zijn columns niet altijd de mening hoeft te zijn van de bbA – fractie

Meer over:

Word donateur